Een grote witte tijger zwom langs de kant van de rivier. Haar grote machtige klauwen maalde rustig in het rond, terwijl ze probeerde haar kop boven water te houden. Nuara gromde even en klom uit het water, haar prachtige witte vacht was nat en op sommige plekken bruin van het vieze water. Zorgvuldig begon ze haar vacht schoon te maken, totdat haar oren een geluid opvingen. Iets of iemand was naar haar opweg, Nuara stond op en liep een stukje rond. Ze zag niets, maar haar blauwe ogen bleven rond zoeken. ''Wie ben je en wat wil je?'' vroeg ze met een krachtige stem.